De hoofdstad van de Duitstalige Gemeenschap van België bestaat uit een boven- en een benedenstad. De benedenstad ligt aan de Vesdre. Eupen werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1014 in de kronieken van Abdij Rolduc, de Annales Rodenses. Het behoorde toen tot het hertogdom Limburg en werd in 1178 door hertog Hendrik III aan de Abdij Rolduc (Kloosterrade) geschonken. Eupen telt aardig wat partriciërshuizen die nog dateren uit de tijd van de industrie van de lakenwevers (17de en 18de eeuw). Het Hertogenwald en het natuurpark van de Hoge Venen zijn twee unieke natuurgebieden die in de onmiddellijke omgeving liggen. Ook het regeringsgebouw van de Duitstalige Gemeenschap in Eupen uit de hand van architect J. J. Couven is een van de markante bouwwerken en bezienswaardigheden samen met de St. Nicolaskerk in renaissancestijl gebouwd, welke het stadje telt.